3 Paragrafen

3.1 Lokale heffingen

Overige heffingen

Parkeren
Ten opzichte van de begroting is ongeveer € 260.000 extra opbrengst gerealiseerd:

  • € 208.000 naheffingsaanslagen;
  • € 182.000 parkeergelden en;
  • € 128.000 lagere inkomsten uit vergunningen.

In de tweede tijdvakrapportage is de begroting neerwaarts bijgesteld met € 857.500. Het budget voor naheffingsaanslagen is neerwaarts bijgesteld met € 362.500 en voor parkeergelden € 495.000.

Tijdens het 1e halfjaar was minder ingezet op handhaving parkeren en vanaf het derde kwartaal is extra ingezet op handhaving parkeren. Daarnaast is door versoepeling van de coronaregels meer geparkeerd dan in de tweede tijdvak werd geprognosticeerd. Dit heeft samen ervoor gezorgd dat er een extra opbrengst is gerealiseerd van € 390.000.

Het tekort aan inkomsten parkeervergunningen in 2021 is ontstaan omdat de verwachte uitbreiding van betaald parkeergebieden naar aanleiding van de aangenomen motie van februari 2021, niet uitgevoerd is door de corona maatregelen. Deze extra inkomsten zijn wel begroot. De uitvoering is uitgesteld naar 2022. Daarnaast zien we door de corona ontwikkelingen dat bedrijven minder parkeervergunningen afnemen dan begroot aangezien deze bedrijven veelal óf gesloten waren of merendeel van de medewerkers thuiswerken.

Toeristenbelasting
De opbrengst van de toeristenbelasting loopt 1 jaar achter; in 2021 staat de opbrengst over 2020 verantwoord.

Bij de aanvullende voorstellen bij de begroting 2021 is de geraamde opbrengst voorzichtigheidshalve al verlaagd met € 0,7 miljoen voor 2021. In de 2e tijdvakrapportage is de opbrengst verder verlaagd met € 630.000.

Van de oorspronkelijk begrote opbrengst over 2020 van € 1,76 miljoen is uiteindelijk € 430.000 opgelegd. Via de meicirculaire 2022 wordt dit verschil door het Rijk gecompenseerd.

Deze pagina is gebouwd op 09/06/2022 16:46:25 met de export van 09/06/2022 12:29:01