5.3 Toelichting op de balans

uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

bedrag x € 1.000

31-12-2021

31-12-2020

Nog niet verdeelde balansnummers

290

0

Overige vorderingen: 1. handelsdebiteuren

7.097

3.496

Overige vorderingen: 2. belastingdebiteuren

2.340

2.965

Overige vorderingen: 3. sociale dienst debiteuren

4.520

4.492

Overige vorderingen: 4. voorziening dubieuze debiteuren

-1.799

-2.986

Uitzettingen in s Rijks schatkist met rentetypische looptijd korter dan één jaar

84.255

96.777

Vorderingen op openbare lichamen

761

7.086

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

97.463

111.830

1 t/m 3 en vorderingen op openbare lichamen: debiteurensaldo
Van het debiteurensaldo ad € 13,7 miljoen euro resteert eind januari 2021 € 4,5 miljoen voor handels–, € 4,5 miljoen voor sociale dienst–, € 2,0 miljoen voor belastingdebiteuren en € 56.000 vorderingen op openbare lichamen (totaal € 11,1 miljoen). Hierbij moet echter in acht worden genomen dat het saldo van sociale dienstdebiteuren een specifiek karakter heeft, waarbij afloop van de vordering op korte termijn veelal niet wordt gerealiseerd.

4 voorziening dubieuze debiteuren
Van de voorziening dubieuze debiteuren heeft € 0,5 miljoen betrekking op het openstaande saldo “sociale dienstdebiteuren” ad. € 4,5 miljoen euro. Van de overige debiteuren met een volume van € 9,2 miljoen euro per 1 januari wordt € 1,3 miljoen euro als dubieuze vordering beschouwd. In 2020 werd € 0,9 miljoen opgenomen vanwege Corona. Hiervan is € 0,6 miljoen vrij gevallen. De voorziening wordt bepaald op basis van de vastgestelde spelregels in de financiële verordening 212.

uitzettingen in ’s Rijks schatkist
In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 gaan schatkistbankieren waardoor tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Hierdoor zal de Nederlandse staat minder geld hoeven te lenen op de financiële markten en daalt de staatsschuld.

In het besluit begroting en verantwoording (BBV) staat opgenomen dat met ingang van de rekening 2014 in de balans over (het gebruik van) het drempelbedrag wordt gerapporteerd volgens het navolgende voorgeschreven format. Vanaf 1 juli 2021 is de hoogte van het drempelbedrag gewijzigd van 0,75% naar 2,0% van het begrotingstotaal. Uit de gegevens blijkt dat in 2021 het drempelbedrag in geen enkel kwartaal is overschreden.

Verslagjaar

2021

(1)

Drempelbedrag

1.967

5.246

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

555

594

568

76

(3a) = (1) > (2)

Ruimte onder het drempelbedrag

1.412

1.373

4.678

5.170

(3b) = (2) > (1)

Overschrijding van het drempelbedrag

-

-

-

-

(1) Berekening drempelbedrag

Verslagjaar

2021

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

262.294

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen

262.294

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat

-

(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000

Drempelbedrag

1.967

5.246

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

(5a)

Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

49.994

54.087

52.274

7.013

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2) - (5a) / (5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

555

594

568

76

Deze pagina is gebouwd op 09/06/2022 16:46:25 met de export van 09/06/2022 12:29:01